Hoe ik kijk naar mijn adoptie achtergrond
Een adoptiekind van 57 jaar zijn heeft ook soms wel z’n voordelen. Mijn adoptie achtergrond heeft mij uitgedaagd om over heel veel zaken na te denken. Dagelijkse vanzelfsprekendheden voor mensen om maar heen, maar grote mysteries voor mij. Een opmerking die vaak naar mij gemaakt werd was dat ik een nieuwe kans heb gekregen, met mijn adoptie.
Ik weet inmiddels dat mijn moeder het allerbeste voor mij wilde en dat dit een van haar overwegingen was om mij ter adoptie aan te bieden. Vanuit mijn perspectief is ze gewoonweg haar belofte niet nagekomen. Ze koos er voor om mij ter wereld te laten komen, om mij vervolgens weg te geven!
Zowel mijn moeder als ik hebben gelijk. Ook kan vastgesteld worden dat onze gelijken recht tegenover elkaar staan. Op de vraag wie heeft er gelijk, is het antwoord: beide, vanuit ons eigen perspectief.
Ondanks deze volstrekte paradox is het verlangen van zowel mijn moeder als van mij op de essentie een verbinding met elkaar te vinden. Elke derde persoon die dus een lichte ‘voorkeur’ uitspreekt, voor het perspectief van mijn moeder of mij, kan voor ons tot effect hebben dat we verder af komen te staan van, wat we in de essentie wensen, verbonden met elkaar zijn.
In mijn dagelijkse praktijk als coach kom ik deze paradox vaak tegen in allerlei zaken. Zowel in hoe ouders naar elkaar in scheiding kijken als hoe (geadopteerde) kinderen hun opvoeding ervaren.
De manier waarop ik kijk naar dit deel van mijn adoptieproces is dus een mooie metafoor om de vertaling te maken naar veel situaties waar ouders en kinderen betrokken zijn. Het is voor mij als professional belangrijk dat ik geen voorkeur heb of uitspreek, ook wanneer ik misschien wel de geringste voorkeur voel.
Meervoudige partijdigheid gaat voor mij over weten hoe mijn coachinstrument tot in de puntjes werkt.